Basisbevestigend dragen

Basisbevestigend dragen, wat betekent dat?

Je kleintje is nu net uit je buik, je kunt haar (of hem natuurlijk, we spreken je kleintje in deze tekst met ‘haar’ aan) eindeloos knuffelen, koesteren, voeden, verzorgen, liefhebben en vertellen hoe welkom ze is, prachtig!
Als kersverse ouder wil je natuurlijk de beste zorg geven aan dit prachtige wonder. Kijk naar je kleintje, voel wat je instinct aangeeft, zo kom je echt een heel eind!

Je kleintje heeft je nodig: zonder jouw zorgen komt het niet goed. Ze heeft je nodig om te groeien en te ontwikkelen, zich veilig te voelen. Jouw liefdevolle armen zullen van onschatbare waarde zijn voor de rest van haar leven, een heel mooie, eervolle taak! Het kan fijn zijn om deze nieuwe levensfase, het ouderschap, wat praktische informatie te krijgen over de zorg voor je kleintje. We leggen je in dit artikel uit hoe je haar op een voor haar prettige manier kunt oppakken:

Je kleintje is net op de wereld en komt nu in aanraking met allerlei nieuwe prikkels: ze moet zelf ademhalen, drinken, ontmoet personen die ze niet kent, draagt kleding, hoort nieuwe geluiden, maakt bewegingen die in de buik nog niet gemaakt konden worden, maakt kennis met geuren en licht, wordt aangeraakt en krijgt te maken met allerlei handelingen (denk aan het verschonen van de luier).

De hersenen van je kleintje zijn bij de geboorte nog lang niet klaar: 25% van de hersencapaciteit is bij de geboorte klaar, het grootste deel moet nog verder groeien en ontwikkelen. Dit betekent dat je kleintje nog niet nadenkt zoals wij dat kunnen, oorzaak en gevolg kan onderscheiden of een gebeurtenis kan voorspellen. Daardoor is het leven voor haar vooral nieuw, onbekend, nog niet te bevatten. Je kleintje maakt eigenlijk alleen maar onderscheid in twee dingen: het voelt veilig, of onveilig.

Wanneer we ons daar bewust van zijn kunnen we je kleintje op een passende manier benaderen: liefdevol, respectvol, en basisbevestigend.

Wat is het verschil........

Je kleintje ligt in bed en je pakt haar onder de okseltjes op:

Je kleintje kan het gevoel hebben in een achtbaan te zijn beland: ze heeft geen idee wat er gaat gebeuren, haar lijfje bungelt mee en verstart van schrik. Stel het jezelf maar eens voor: je zit met je ogen dicht op de bank en een sterk persoon tilt je ineens onder je oksels op. Je hebt geen idee wat er gaat gebeuren, je lichaam bungelt mee. Wat zou jij dan doen? Een heel enge ervaring……..

Dit kun je eenvoudig voorkomen door je kleintje basisbevestigend op te pakken:

Allereerst maak je contact met je haar: aankijken en begroeten (‘ Hoi lieve Benthe’ ) en te benoemen wat je wilt gaan doen (‘ Ik til je uit je bed’ ). Je praat zachtjes en met een wat hogere stem, misschien heb je al gemerkt dat je dit automatisch doet wanneer je met je kleintje in contact bent? Je verteld haar wat je wilt gaan doen zodat ze de woorden gaat herkennen en bij het ouder worden kan koppelen aan de actie die je gaat uitvoeren.

Je legt zachtjes je hand op de borstkas van je kleintje zodat ze niet schrikt van een onverwachte aanraking. Glimlach naar je kindje en wees je ervan bewust dat dit moment een stukje rust en vertrouwen geeft aan je kleintje. Ze verdient jouw aandacht. Wanneer ze haar ogen gesloten heeft zal jouw gezichtsuitdrukking niet opgemerkt worden door je kleintje. Toch is het waardevol jezelf te beseffen dat het verschil maakt in jouw benadering naar je kleintje. Een boze, geïrriteerde uitdrukking op je gezicht zal ook merkbaar zijn in je handelen. Probeer daarom te ontspannen te zijn en liefdevol te kijken.

Vertraag je handelingen: de reactiesnelheid van je kleintje is veel trager dan de jouwe. Door rustige, langzame bewegingen te maken kan je kleintje jouw handelingen volgen en daarin meegaan. Dat geeft je kleintje duidelijkheid, schrikken of verstijven is niet meer aan de orde. Kijk naar je kleintje: de lichaamstaal zegt veel over de gemoedstoestand van je kleintje.

Nu leg je je hand met een scheppende beweging zachtjes onder de billen van je kindje.  Je duim rust in de lies van je kleintje. Jouw handen geven warmte, bieden veiligheid en laten jouw kleintje weten dat ze gewenst en geliefd is. Het zelfvertrouwen van je kleintje groeit hierdoor.

Je andere hand ligt op de borstkas van je kleintje. Je draait haar (zachtjes, langzaam) vanaf de billen naar de buik. Je kleintje ligt nu op je onderarm en je kunt haar zachtjes optillen terwijl je ene hand over de billen steun geeft en je andere hand het lijfje ondersteund.

Je kunt er ook voor kiezen je kindje niet te draaien maar een hand onder de billen (duim in de lies) en een hand onder de schouderbladen je kindje laten ondersteunen. Voor je kleintje is de zijwaartse beweging het fijnst: het recht omhoog tillen geeft een onzeker gevoel.

Nu je je kleintje in je armen ligt blijf je steun geven met je onderarm (waar je kleintje op ligt) en met je andere hand onder de billen. Dit kan in allerlei houdingen. Wanneer je je kindje hebt opgetild kun je terugschakelen naar je eigen tempo, het vertraagde handelen gebruik je op de momenten dat je je kleintje wilt verplaatsen.

Wanneer je je kindje wilt neerleggen gebruik je deze techniek ook:
Je laat eerst de billen de ondergrond aanraken en vervolgens het lijfje en het hoofdje. Doe ook dit met je volle aandacht en vertraagd.

Wanneer je kleintje ouder wordt zullen je bewegingen minder vertraagd zijn: je kindje werkt al goed mee. Ook bij je dreumes of peuter is basisbevestigend dragen een prettige manier van handelen.

Alles op een rij:

  • Praat zachtjes en rustig, vertraag je bewegingen
  • Respectvol en liefdevol benaderen
  • Raak je kindje zachtjes aan voordat je overgaat tot de handeling
  • Vertel je kindje wat je gaat doen
  • Een hand onder de billen (duim in de lies)
  • Een hand bij de borstkas
  • Zijwaartse beweging waardoor je kindje op je onderarm draait
  • Ondersteun altijd de billen, ook wanneer je kindje ouder wordt