Veilig samen slapen

Je kleintje veilig laten slapen, hoe dan?

We krijgen geregeld vragen over het slapen van de kleintjes: wat is doorslapen, waar laat ik mijn kleintje slapen, kan ik een aanschuifbedje (co-sleeper) gebruiken?? In dit artikel willen we een paar punten uitleggen:

Doorslapen

Doorslapen is een term die we vaak horen. Je kleintje zal niet doorslapen zoals volwassenen dat doen. Sterker nog: volwassenen zijn regelmatig even wakker, maar hebben geleerd dan direct weer in te slapen. Wanneer je kleintje wakker wordt, geeft ze door geluid, onrust of huilen aan dat ze zich niet prettig voelt. Daar kunnen veel redenen voor zijn: ‘waar zijn mijn ouders’, ‘ik wil eten’,  ‘ik heb het koud’, et cetera. Wanneer je kleintje wordt genegeerd omdat de volwassene vindt dat ze moet slapen, resulteert dat niet in ‘ik ga lekker doorslapen’, maar in wakker worden en zich dan gedeisd  houden omdat ze geleerd heeft dat niemand haar komt troosten of geruststellen. Ze heeft daarmee geleerd dat haar basale biologische behoefte aan voeding, warmte of veiligheid niet zal worden bevredigd. De vraag is dus eigenlijk: ‘waarom zou je je kleintje negeren wanneer ze je nodig heeft?’

Oja, wat is doorslapen…………wij zeggen: wanneer je kleintje 5 uren aaneengesloten slaapt. Dat gaat echt een keer gebeuren! Het ene kindje doet dit al met een paar weken, de ander met een paar jaar. Alles ertussenin is ook mogelijk, kijk naar je kleintje en kom haar tegemoet, een investering voor de toekomst! (en nee, dat is geen verwennen!)

De nachtenvoedingen zijn voor zowel jou als moeder en je kleintje van grote waarde. Tijdens de nacht is je prolactinespiegel hoger. Prolactine is een hormoon dat zorgt voor de aanmaak van moedermelk. In de nacht voeden helpt je productie op peil te houden. Ook zorgt dit hogere prolactinespiegel voor een betere slaap, zeker in combinatie met het hormoon Oxytocine (wat zorgt voor het stromen van de melk). Dit hormoon maakt je ontspannen en slaperig waardoor je sneller weer inslaapt. Voor je kleintje heeft het nachtelijke drinken ook belangrijke voordelen: denk aan het stabiel houden van de bloedsuikerspiegel, het huidcontact (wat rust, veiligheid en ontspanning geeft voor beide), of aan het minder diep slapen (wat veiliger is wanneer je het hebt over het volgende woord: wiegendood).

Daar staat term wiegendood. Dit is de term die men geeft aan het plotseling, onverwacht en onverklaarbaar overlijden van een jong kind, waar ook na onderzoek geen oorzaak gevonden kan worden voor het overlijden. Wiegendood kan overal optreden, niet alleen in een wieg of babybedje, maar ook in het ouderlijk bed, in de box, op de bank, in een stoel….

Nogmaals: er wordt dus GEEN reden voor het overlijden gevonden……..het gaat hier dus niet om kindjes die zijn gestikt in een koord, of te warm werden onder een dik dekbed (want dat is wel aantoonbaar). In 2013 overleden 13 kindjes aan wiegendood (bron )

 

Adviezen wat betreft preventie wiegendood:

Geef bij voorkeur borstvoeding: borstvoeding vermindert het risico van wiegendood. In 2011 is door een groep Amerikaanse wetenschappers onderzoek gedaan naar de relatie tussen borstvoeding en wiegendood. De conclusie van het onderzoek luidt dat borstvoeding risico verlagend (50 procent) werkt ten aanzien van wiegendood en dat het effect groter is naarmate er langer exclusief (dus zonder bijvoeding) borstvoeding wordt gegeven. Meer lezen over dit onderwerp? Kijk hier maar eens.

Een fopspeen verlaagt het risico van wiegendood (duimzuigen werkt niet beschermend). Hoe dit komt is niet helemaal duidelijk. Een fopspeen gebruik je pas wanneer je kleintje vier weken zonder problemen aan de borst drinkt. Natuurlijk moet er goed gekeken worden naar de oorzaken van het huilen van je kleintje, klakkeloos bij elk huilen een speen in de mond is af te raden. Gebruik van een fopspeen in het kader van preventie wiegendood, kan na tien maanden afgebouwd worden.

Verstoor zo min mogelijk rust en regelmaat:  reizen, drukke/veel visites, logeerpartijen etc. brengen je kleintje gemakkelijk van slag en zijn een risicofactor voor slaaptekort en kunnen daarom beter worden afgeraden. Simpel gezegd: pas je leven aan aan het ‘ritme’ van je kleintje. De grote wereld ontdekken kan later wel!

Kleed je kleintje niet te warm. Let op de combinatie kleding, beddengoed en kamertemperatuur. Ventileer de slaapkamer dagelijks. Temperatuur van de slaapkamer van je kleintje: 16-18 graden.

Vermoeidheidssignalen van je kleintje kunnen zijn: geeuwen, bleek worden, in de ogen wrijven, jengelen, drukker worden, oogcontact afbreken of wegkijken, observeer je kleintje maar eens wanneer je denkt dat ze moe is, herken je deze signalen (deels)?

Er is een duidelijk verband tussen roken en wiegendood. Roken tijdens de zwangerschap heeft een ongunstige invloed op de zuurstofvoorziening, groei en vermoedelijk ook longfuncties van je kleintje. Dit zijn punten die na de geboorte het risico op wiegendood vergroten. Luchtwegaandoeningen komen vaker voor bij kinderen van rokende ouders.

Veiligheid m.b.t. slaapplaats van je kleintje: 

Zorg voor een stevig, schoon matras, goed in het bedje passend. Gebruik geen hoofdbeschermer. Zorg voor een ventilerende zijwand, de afstand tussen de spijlen hoort 4,5 – 6,5 cm te zijn.

Je kleintje slaapt veilig zonder kussen. Een dekbed mag je gebruiken vanaf twee jaar, tot die tijd gebruik je liever dekentjes van katoen/wol/polar fleece (geen gewone fleece). Gebruik geen plastic matrasbeschermer of zeiltje, dit is pas handig wanneer je kindje zindelijk aan het worden is. Wil je toch een zeiltje gebruiken? Leg dit dan alleen onder de billen (niet onder het hoofdje) en niet wanneer je een kruik gebruik.

Erg handig is een passende babytrappelzak/slaapzak. Let erop dat dit telt als een laagje, je kunt dus minder/geen dekentje gebruiken want je kindje is snel te warm.

Verwijder losliggend materiaal in en rond het bedje (koord van gordijn, losse klamboe etc.)

Wanneer je kleintje in huis in de kinderwagen slaapt is het de bedoeling dat je de kap omlaag zet zodat het voldoende kan ventileren. De kinderwagen is niet geschikt om elk slaapje in te slapen.

Heeft je kindje nog een kruik nodig? De kruik ligt (met de dop richting voeteneind) tussen twee dekentjes in. Je kunt eenvoudig checken of je kleintje warm genoeg is: voel aan het nekje van je kleintje. De handjes kunnen kouder aanvoelen, dat is dus geen goede graadmeter.

Slaaphouding van je kleintje:

Buikligging wordt afgeraden zolang je kleintje niet zelf kan terug rollen in zij- of rugligging, of het hoofdje kan optillen en zijwaarts kan draaien. Als je kleintje met neus en mond tegen het matras ligt, wordt de uitgeademde lucht min of meer vastgehouden en deels weer ingeademd. Op de rug slapen wordt daarom voor jonge baby’s als de veiligste slaaphouding gezien. De baby ligt zo met het gezichtje vrij.

Dat wil niet zeggen dat alle baby’s dit een prettige houding vinden: kijk maar eens naar de natuurlijke houding van je kleintje: rug bol, knietjes opgetrokken, handjes bij het gezichtje. Dat geeft je kleintje veiligheid en geborgenheid, terwijl de rugligging een heel andere reactie uitlokt: baby’s liggen onrustiger, schrikken vaker…….. Het liggen op de buik is goed voor de ontwikkeling van de nek- en rugspieren. Wanneer je kindje op de buik ligt blijf je in de buurt zodat je snel kunt reageren wanneer dat nodig is.

Leg je kleintje niet vast in bed met een tuigje, slaapzakriem of iets degelijks. Je kleintje zou zich kunnen vastdraaien. Inbakeren raden we niet aan, doe dit alleen in overleg met een arts: verkeerd inbakeren kan onveilig zijn en daarnaast op latere leeftijd tot heupproblemen lijden. Ook zijn er contra-indicaties m.b.t. inbakeren. Er zijn diverse producten op de markt waarmee je je kleintje begrenzing kunt geven tijdens de slaap. Wees hier terughouden in en kijk goed naar de behoeften van je kleintje. Begrenzing kun je vaak al geven door het lakentje/dekentje stevig in te stoppen.

Ter voorkomen van scheve hoofdjes bij rugligging kun je het hoofdje afwisselend naar links en rechts draaien. Merk je dat je kleintje een voorkeur heeft voor een bepaalde kant? Zet het bedje eens andersom/maak het andersom op zodat je kleintje (die vaak graag richting het licht kijkt) gestimuleerd wordt het hoofdje toch naar de andere kant te draaien. Maak geluidjes en houd felgekleurd speelgoed aan de ‘moeilijke’ kant, misschien vindt je kleintje dit interessant genoeg om toch naar die kant te draaien met het gezichtje. Je kindje dragen in een draagdoek of ergonomische drager kan hierbij ook helpen.

Samen slapen

Uit onderzoek blijkt dat borstgevoede kleintjes die ’s nachts naast hun moeder slapen en op verzoek borstvoeding krijgen, een groot deel van de tijd met hun gezicht naar hun moeder gericht slapen. Je kleintje ligt meestal ter hoogte van de moederborst. Ook moeders blijken hun slaaphouding aan te passen: ze liggen op hun zij en hebben hun onderste arm boven het hoofdje van de baby en onder hun eigen hoofd, en ze hebben hun knieën opgetrokken tot onder de voetjes van de baby. De baby kan zo dus niet omhoog en niet omlaag op het bed. Moeders die geen borstvoeding geven, blijken heel anders samen te slapen met hun baby; ze leggen hun kind vaak ter hoogte van hun gezicht, en liggen vaker met de rug naar de baby gekeerd. Bijzonder hé?

Rooming-in betekent dat de baby dag en nacht bij de ouders slaapt, bij voorkeur minimaal een half jaar in het kader van preventie wiegendood (of langer indien ouders dat prettig vinden) en dat kan op verschillende manieren. In de hele wereld wordt samen geslapen. Wij zijn dat in onze westerse maatschappij misschien wat minder gewend, terwijl onze kleintjes net zo goed de behoefte hebben dicht bij ons te zijn. En laten we eerlijk zijn: het is gewoon erg makkelijk om je kleintje naast je te hebben. Het voeden is zo een rustpunt in de nacht, je kunt je kindje aanraken waardoor jullie beiden meer/rustiger slapen. Ideaal………

Je kleintje kan in een wieg op jullie slaapkamer slapen (rooming-in). Dit maakt het voor jullie makkelijk de geluidjes en bewegingen van je kleintje te herkennen en in te spelen op haar behoeften. Voor jullie kleintje betekent de nabijheid van jullie als ouders veel: jullie geluiden zijn vertrouwd en geven je kleintje veiligheid. Wanneer je het bedje op maakt zorg je ervoor dat de voetjes de onderkant van het bedje kunnen raken. Zo zakt je kleintje niet onder de dekentjes.

Dichterbij is ook mogelijk, bijvoorbeeld in een co-sleeper of aanschuifbedje. Dit is een bedje dat aan het bed van de ouders geschoven wordt. Hiervoor bestaan speciale bedjes, maar je kunt ook een aanschuifbedje maken door een zijkant uit een bestaand ledikantje/wiegje te halen. Belangrijk is dan dat het bedje vastgezet wordt aan het bed van de moeder en niet kan verschuiven. Voordeel van een aanschuifbedje is dat je kleintje heel dichtbij is en makkelijk aangeraakt, getroost en gevoed kan worden. Voor jou als moeder kan dit erg prettig zijn: je hoeft je bed niet uit om aan de behoeften je kleintje tegemoet te komen, blijft dus zelf warm en slaapt sneller weer in. Ook fijn voor de papa natuurlijk!

Bedding-in of bedsharing betekent dat je kleintje bij jullie in bed slaapt. Dit is een onderwerp waar veel discussie over bestaat. Reden daarvan is dat het bij elkaar in bed slapen niet zou passen binnen onze cultuur en gevaarlijk zou zijn. In onze westerse cultuur slapen we onder dekbedden (niet veilig voor een baby), gebruiken sommige ouders drugs of roken zij, wordt alcohol en/of medicatie gebruikt. Al die punten zijn redenen om je kleintje niet in het ouderlijk bed te laten slapen, omdat dat de kans op verstikking vergroot. Wanneer jullie maatregelen nemen is het wel mogelijk het kindje bij je in bed te laten slapen. Belangrijk is het volgende:

 

  • Het matras stevig en vlak (geen waterbed).
  • Gebruik geen dekbed (i.v.m. kans op oververhitting van de baby).
  • Je kleintje mag niet onder je kussen raken.
  • Ouders roken en drinken niet en gebruiken geen slaapmiddelen.
  • Ouders hebben geen ernstig overgewicht.
  • Ouders hebben geen structurele stress.
  • Ouders zijn niet oververmoeid zijn (waardoor ze dieper slapen dan normaal).
  • Je kleintje ligt bij de moeder en kan niet van het bed afrollen.
  • Ouders kleden zich wat warmer zodat zij het niet koud krijgen en de deken (slapend) over zichzelf (en je kleintje) heen trekken.
  • Stel je kleintje niet onnodig bloot aan vermoeienissen en stress. Dit verstoort het slaapritme van je baby, wat een risicofactor is voor wiegendood.

 

Slapen in een stoel of op een bank met je kleintje raden we echt af; hierbij gebeuren juist wel ongelukken. De voordelen van co-sleeping zijn dat jullie als ouders en jullie kleintje meer slaap krijgen doordat het kleintje lichamelijk contact heeft met haar moeder. Je kleintje zakt niet weg in een te diepe slaap, drinkt eenvoudig aan de borst en huilt niet of nauwelijks. Meerlingkinderen slapen vaak rustiger wanneer zij samen in een bedje gelegd worden, naast de moeder. Dit noemt men co bedding; het slapen van kinderen van gelijke leeftijd in hetzelfde bed.

Weet dat je als ouders keuzes mag maken die het beste bij je (en je kleintje) passen. Laat je goed informeren, kijk naar je kleintje en neem je eigen beslissing. Vertrouw op je gevoel en laat je niet van de wijs brengen door personen die (niet onderbouwd, of niet uitgaande van de behoeften van jullie kleintje) commentaar hebben op jullie keuzes.

Slaap lekker!

 


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.